In een serie portretten stellen wij graag de bewoners van Frijlân aan je voor. Deze bijzondere mensen wonen in hun eigen tiny houses. Samen vormen de bewoners het kloppende hart van de eco-community en dragen zij samen met vrijwilligers zorg voor de 2.5 hectare eetbaar landschap.
Elizabeth is met haar inmiddels 74 jaar de oudste bewoonster op Frijlân. Samen met haar kat Sien woont ze in een tiny house vol natuurlijke materialen. Als stamoudste vervult ze een bijzondere rol in de community, ze is een waarnemer en luisterend oor. Saai is deze oudste bewoner zeker niet, ze heeft een rijk en bewogen leven, en op feestjes doet ze graag nog even gek.
De reiziger
“Als ik terugkijk op mijn leven, dan heb ik het goed gehad,” vertelt Elizabeth. Als kind was ze een echte muurbloem, later toen ze haar man leerde kennen in het hippy-tijdperk, mocht ze ontdekken dat ze ook een extroverte kant had. Een leergierige en vrolijke dame ontpopte zich, toch bleef ze de rust en reflectie opzoeken. “Ik ben een waarnemer, dat betekent dat ik veel zie, maar me ook regelmatig terug trek in mijn huisje en innerlijke wereld om me op te laden, en alle indrukken te laten bezinken.”.
Elizabeth is een reiziger, gedurende haar leven woonde ze op vele plekken – vaak aan de rand van de stad. “Ik huurde huizen die afgebroken zouden worden, ook heb ik ruim een jaar in een grote Amerikaanse camper rondgereden, woonde ik in een yurt en in het voorhuis van een oude boerderij. Voordat de kinderen kwamen heb ik ook nog even in een bruisend dorp bij Den Haag gewoond, geweldig vond ik dat. Aan de overkant van de straat was een Jongerencentrum en vormde ik met negentien anderen een meidenkoor, gek verkleed stonden we dan op het podium.
Terug naar de basis
“Mijn lichaam weet wel dat ik 74 bent,”, lachend voegt ze daar aan toe; “maar mijn geest gelukkig niet!”. “Het is fantastisch dat dit zo op mijn pad komt, al is het soms best een uitdaging – zeker nu het kouder wordt. Dat maak je toch een stuk bewuster mee als je zo klein woont. Mensen vinden mijn Tiny House vaak heel mooi vanwege alle natuurlijke materialen en de grote ramen, maar in de winter maakt dat het behoorlijk koud. Ik heb wollen dekens aan mijn gordijnen gespeld, zo blijft de warmte beter binnen.”
Het kleiner wonen vindt Elizabeth heerlijk “ik ben er blij mee om minder spullen te hebben. Al is er nog steeds heel erg veel wat weg zou kunnen.” Ook het primitieve leven past helemaal bij haar: “Ik vind het fantastisch om zonnepanelen te hebben en dan te kijken wat ik daar op kan draaien. Zo’n klein koelkastje bijvoorbeeld en mijn kleine waterkoker. Ik denk dat op deze manier leven en te ervaren hoe dit werkt, ons allemaal in de toekomst goed van pas gaat komen!”
Een onverwachte wending
“In het voorhuis waar ik woonde voelde ik me niet meer op mijn plek. Op een bepaald moment belde mijn vriendin Hanna, ze vertelde dat ze een Tiny House had gezien in Delft. Ik zei haar, ‘Moet je zeker doen!’, maar Hanna bedoelde dit aanbod niet voor haarzelf, maar voor mij!”
“Vanaf dat moment zijn we samen gaan zoeken naar een plek, want het Tiny House was in de maak. Ik bezocht veel verschillende Tiny House initiatieven, maar helaas durfde geen van allen het aan vanwege mijn leeftijd. Tot ik op Frijlân terecht kwam. We hadden gezegd dat we langs zouden komen, en toen wist ik dat dit het was – en zij gelukkig ook.”
“Dit is echt een van de dingen die ik heb mogen leren in mijn leven; niet altijd zelf keihard moeten willen werken – maar soms ook gewoon je wens uitspreken, loslaten en zien wat er gebeurt. Dat heeft me op de mooiste plekken gebracht.”
Zijn wie je bent
Op de vraag wat Elizabeth het meest bijzonder vindt aan wonen op Frijlân antwoord ze resoluut. “De mensen! Als ik hier over nadenk, dan schiet ik altijd weer vol, dit is een plek waar ik gewoon mezelf mag zijn. Dat is heel erg bijzonder. We kijken hier onbevooroordeeld naar elkaar, zowel in woord als houding. Deze sfeer van acceptatie naar elkaar, en gewoon te mogen zijn wie je bent – dat is echt heel bijzonder. Ik ben veel op mezelf geweest, dus dit samen zijn op deze manier was wel wennen. Ik vond het spannend, maar mocht gelukkig snel ervaren dat ik hier echt helemaal geaccepteerd wordt om wie ik ben.”
“In mij blijft wel altijd dat stukje zwerver zitten, iemand die zich niet zo aan huizen of plekken hecht, maar wel aan mensen. Het zwerven wordt als je ouder bent lastiger, het afgelopen jaar heb ik dan ook veel nagedacht of mijn zwervende bestaan dan nu over is. Ik weet natuurlijk niet wat de toekomst brengt maar op dit moment past dit leven me als gegoten. Ik heb mijn hele leven aan de rand van de samenleving gewoon, alternatief. Ik houd van wonen op deze manier, het past bij mij.” Elizabeth vertelt verder: “Eigenlijk ben ik een heel eenvoudig mens, dicht bij de aarde. Als ik in de tuin werk of zit kan ik zo intens genieten van ieder klein dingetje. Zo bewust leven, dat zou ik nergens voor willen ruilen.”
Nooit alleen
“De beste tip die ik zou kunnen geven als je op een alternatieve manier wil wonen is dat je altijd om hulp kan vragen. Je hoeft het niet alleen te doen. Je kan het aan mensen om je heen vragen maar ook aan de energie die bij ons is. Soms is het dan precies het goede moment en ontvouwt het zich bij als vanzelf, zoals het bij mij deed,” deelt Elizabeth glimlachend. “Zo had ik bijvoorbeeld nog nooit aan Tiny House gedacht, totdat een vriendin daarover begon. Op basis daarvan ben ik dingen gaan doen, het werkt natuurlijk niet als je daarna dan maar in je stoel blijft zitten,” voegt ze daaraan lachend toe.
“Ik denk dat er twee dingen belangrijk zijn wanneer oudere mensen opzoek zijn naar plekken zoals Frijlân. Allereest om te ervaren of zo’n alternatieve levensstijl iets voor jou is. Gewoon eens een tijdje te komen logeren op een plek als deze. Ten tweede denk ik dat het belangrijk is dat mensen met veel levenservaring – die al zoveel hebben geleerd en meegemaakt – zich kwetsbaar en lerend op kunnen stellen. Ik ben zelf heel eerlijk geweest in wat ik wel en niet kan, en dat heeft me geholpen, persoonlijk maar ook in de rol die ik in de community heb.”
Eigen wijs
“Mijn lijfspreuk is er een die ik gaandeweg in mijn leven heb mogen ervaren: Waar een wil is, is een weg. Als introverte puber bloeide ik op tot een sociaal dier, ik ontdekte een lijp wijf in mezelf. Dat heeft mijn leven zoveel leuker gemaakt. Die introverte kant draag ik nog steeds bij me, maar ik kies nu bewust wanneer ik welke kant van mezelf inzet. Ik ben nu veel meer mezelf, mijn hele ziel en zaligheid komt nu tot uiting in mijn leven, ik zou het niet anders willen.”