In een serie portretten stellen wij graag de bewoners van Frijlân aan je voor. Deze bijzondere mensen wonen in hun eigen tiny houses. Samen vormen de bewoners het kloppende hart van de eco-community en dragen zij samen met vrijwilligers zorg voor de 2.5 hectare eetbaar landschap.
Irma is mede-oprichtster van Frijlân, een pionier in hart en nieren. Met haar twee honden, Oscar en Dusty, woont ze in een Finse kota op het terrein. De staat van de wereld gaat haar aan het hart en doormiddel van Permacultuur wil ze anderen laten zien hoe het ook anders kan. Haar kracht is om door te zetten als het even moeilijk gaat en steeds weer terug te komen bij haar innerlijke vuur.
Een andere wereld
Irma wordt vaak in één adem genoemd met Frijlân en Oerfloed (het andere terrein van Stichting Permacultuur Friesland red.). Sinds de opening van Frijlân woont ze met haar twee honden op het terrein een heeft ze deze zien veranderen van verwaarloosde landbouwgrond en boerderij, tot een levendige groene plek. Irma’s reis ging niet over gebaande paden; “Ik ben iemand die veel ideeën heeft over hoe we een andere wereld vorm kunnen geven. Vroeger kon ik depressief worden over hoe het gesteld is met de wereld, hoe we met elkaar omgaan en met alles om ons heen. Inmiddels heb ik met vallen en opstaan geleerd dit om te zetten in kracht, kracht die me helpt vooruit te gaan en de wereld waarin we nu leven te veranderen.”
“Ik ben iemand die echt ergens voor gaat,” vertelt Irma. “Ook hier op Frijlân ben ik gebleven toen het lastig werd. Inmiddels staat er een mooie stabiele groep, maar in het verleden zijn er veel wisselingen geweest. Dat was best even zoeken, helemaal toen ik op een gegeven moment alleen over was. Samen met het bestuur bewaak ik de hoofdlijnen, we zorgen ervoor dat we uit blijven dragen waar we als stichting voor staan.”
Inmiddels staat er een sterke stam zoals Irma dat noemt, met bewoners die net als haar gaan voor het project. “Mijn valkuil is dat ik me eindverantwoordelijk voel voor alles, van de mensen, financiën tot de praktische uitvoering. Ik leer nu, met deze groep, om los te laten. Zodat er ook meer ruimte komt voor mijzelf en rust. Mijn vastberadenheid heeft er voor gezorgd dat het project staat waar het staat, maar er breekt nu echt een nieuw hoofdstuk aan.”
Met de voeten in de klei
In 2018 werd het terrein van Frijlân geopend. “Dat jaar zijn we van januari tot april met een grote groep bezig geweest het terrein klaar te maken voor de opening. Dat was een groot succes!” vertelt Irma. “Daarna gingen de werkzaamheden natuurlijk gewoon door,” voegt ze daaraan lachend toe. “We zijn toen verder gegaan met graafwerkzaamheden, de sloop van de gebouwen die niet meer te redden waren en de opbouw van het atelier.
Voor Irma was de Boksumerdyk -de straat waaraan Frijlân ligt- geen onbekend terrein. De andere locatie van Stichting Permacultuur Friesland zit enkele meters verder op. Irma vertelt verder “Ik herinner nog dat ik vanaf Oerfloed naar de oude boerderij keek en dacht daar kunnen we als gemeenschap wel wat mee! Toen zijn we gaan praten met de gemeente, zij stemde uiteindelijk in. Het was het vijfde woonproject dat ik op probeerde te zetten, nu eindelijk met zeer positief resultaat.”
De gemeente is nog steeds nauw betrokken bij Frijlân. De grond wordt gepacht en er zijn maatschappelijke en groene doelstellingen afgesproken om het project een succes te maken. Afgelopen zomer werd de eerste vijf jaar van het project geëvalueerd. “Ik heb goede contacten met de gemeente, ik ga voor de dingen die ik aanpak – en dat weten ze. Voor hen is het ook bijzonder om te zien hoe een oud boerenterrein zo groen en levend kan worden.”
Efteling huisje
“Met de start van het project woonde we allemaal in yurts, in verschillende groottes en kleuren. Inmiddels heb ik mijn yurt omgeruild voor een Finse Kota. Toen ik deze tegenkwam op Marktplaats was ik er direct verliefd op! Echt een Efteling huisje. Het huisje moest alleen wel binnen twee dagen opgehaald worden. Gelukkig kende ik iemand met een klusbedrijf, zij hebben me geholpen het huisje uit elkaar te halen en af te breken. Op deze manier kon mijn nieuwe optrekje worden vervoerd en heb ik deze in een loods kunnen opknappen.”
Toen eenmaal de onderkant weer opgezet kon worden in de loods schrok Irma toch wel een beetje, was het huisje niet veel te klein? “Met twee honden twijfelde ik wel of het zou gaan passen. Toch zette ik door met de opbouw. Eenmaal opgebouwd voelde het huisje veel ruimer dan gedacht. Helemaal met de natuur hier om ons heen en de gezamenlijke ruimtes gaat dat perfect zo met de honden!”
“Het wonen zo voelt echt als een droom. Vorig jaar werd ik plotseling ziek en heb ik wekenlang op de bank gelegen – ik heb toen echt kunnen genieten van mijn huisje. Natuurlijk heb ik nog veel wensen om dingen op te knappen of af te werken, maar op dit moment is het eigenlijk ook helemaal goed zo.”
Offgrid uitdagingen
Offgrid leven is soms zoeken, helemaal als je gezondheid je in de steek laat. “Ik ben gewend om primitief te leven, maar toen ik vorig jaar ziek werd vond ik het toch lastig soms. Geen toilet in de buurt hebben bijvoorbeeld, dat kan best een extra uitdaging zijn. Inmiddels ben ik weer beter, maar die toilet staat nog steeds hoog op mijn verlanglijstje!,” voegt ze daaraan toe.
“Wanneer je offgrid woont ben je je veel bewuster van wat je verbruikt,” zo vertelt Irma. “Voor mij is dat echt tweede natuur geworden, maar als ik dan bij een ander ben zie ik meteen als mensen bijvoorbeeld de kraan onnodig laten lopen of het gas met koken lang aan laten staan. Door goed op te letten kan je echt al een hoop besparen!”
“Hetzelfde geldt voor stroomverbruik. Zelf kijk ik iedere avond hoeveel stroom in nog heb, of ik bijvoorbeeld mijn koelkast al uit moet doen of zuiniger moet zijn met mijn verlichting. Je bent veel meer bezig met de primaire zaken, voor mij voelt dat heel erg goed. Het gevoel van je te kunnen redden met een waterfilter of een houtkachel, daar kan echt niks tegenop!”
Vrije stam
Op de vraag wat Irma het meest bijzondere vindt aan wonen op Frijlân antwoord ze: “Vrijheid. Vrijheid om te zijn wie je bent. Vrijheid om te wonen zoals dat jij graag wil, om de dingen te doen die voor jou belangrijk zijn. Om bij te kunnen dragen aan het geheel op een manier die bij je past. Leven op deze manier nodigt je uit te kijken naar je zelf. Je wordt je bewuster van wat er echt toe doet.”
“Zelf geniet ik ook elke dag van het samen zijn en het groen om ons heen. Ik ben zo trots op wat we hier samen bereiken. We hebben hier echt een stam gecreëerd met bewoners en vrijwilligers daar omheen. Het mooie van in een community wonen is dat er ook voor je gezorgd wordt wanneer het even niet gaat. Toen ik het water niet meer naar mijn huisje kon dragen deden anderen dat voor me. Volgens mij hóórt het op deze manier, samen.”
Toch is het leven in een community niet altijd gemakkelijk. “Er zit geen bloedverwantschap in communities, dat maakt dat afscheid nemen vaak redelijk gemakkelijk gebeurt, helemaal als het tegen zit. Dat vind ik zelf lastig, ik ben iemand die er voor gaat – ook voor de mensen die onderdeel uit zijn gaan maken van de stam. Nieuwe leden van de stam vragen om opnieuw af te stemmen en een balans te vinden. Dat proces gaat je niet in de koude kleren zitten.”
“Voor de mensen die hier wonen is het een leerproces samen maar ook zeker individueel. Je wordt uitgenodigd om steeds dichter tot jezelf te komen. De mensen om je heen, je stam, spiegelen jou. Dit helpt je om te leren, door pijn heen te gaan en een veilige ruimte te bieden om dingen te helen. Dit gaat niet altijd met uitgebreid praten, maar gewoon door te zijn en aan het werk te zijn in de natuur. Mee bewegen met het leven en de ritmes van de natuur.”
Place of hope
Voor Irma is Frijlân meer dan een plek om te leven. “Het is voor mij een place of hope, een plek die toekomstperspectief kan bieden. Een voorbeeld kan zijn voor mensen die anders willen, in het bijzonder de jeugd voor wie zo’n perspectief van levensbelang kan zijn. Ik zie mezelf dan terug als meisje van een jaar of tien, ik was zo verbonden met de natuur om mij heen – maar zag het een na het andere beetje natuur verdwijnen. Hier kan ik terugbouwen wat er verloren is gegaan, hier kan ik het verschil maken. Dat geeft kracht.”
“Niet alle jongeren hebben behoefte aan alternatief leven, maar veel volwassenen die zoeken naar andere wegen hebben een kindstuk in hen dat wellicht nog niet geheeld is. Ook daarvoor willen we een rustpunt zijn. Een plek waar je jezelf mag zijn, je veilig mag voelen en mee kan bouwen aan die nieuwe mooiere wereld. Iedereen heeft hierin een rol, iets wat je goed kan of veel van weet. Vrouwen kunnen hierin projecten voorzien van een enorme creatiekracht, terwijl de mannen de ideeën in de praktijk kunnen verstevigen.”
Het start bij jezelf
Op dagelijkse basis bijdragen aan een project aan deze is niet voor iedereen weg gelegd. “Ik kom vaak dromers tegen die vaak geen idee hebben van wat er allemaal bij projecten als deze komt kijken. Ze hebben een romantisch beeld van bloemen en kampvuuravonden, maar hier gaat het om meer dan alleen een mooie woonplek. Het gaat om samen het project dragen, waar je dan bij mag wonen. Die intrinsieke motivatie is bij projecten als deze heel erg belangrijk! Door mee te lopen en te ervaren leer je of dit iets voor jou is, en wanneer projecten plek hebben, kunnen zij ook op deze manier kijken of jij de groep aanvult.”
Voor de pioniers die graag hun eigen place of hope willen creëren heeft Irma ook tips. “Het start bij jezelf, en te weten wat je drijfveer is. Dit is jouw vuur – hetgeen dat blijft branden zelfs wanneer je in de praktijk uitkomt op obstakels of zelfs falen. Door continue weer terug te gaan naar dat vuur, die innerlijke drijfveer behoud je zelf ook hoop en moed om door te gaan. In deze wereld zijn we vaak met het hoofd bezig en maken we ons druk om regelgeving en de eisen. Om niet verstrikt te raken in onmogelijkheden is het belangrijk weer terug te gaan naar je vuur: Wáárom wil ik dit gaan doen en wat heb ik daarvoor over? Pas wanneer alle twijfel is weg gevallen en je alles voor je dromen aan de kant durft te zetten gaat het lukken.”
“Doordat die innerlijke drijfveer, dat vuur, zo van belang is, geloof ik dat projecten opzetten het beste werkt met een redelijk kleine groep. Hierin is het belangrijk dat de ruimte wordt genomen om op één lijn te komen en elkaar te versterken. Er is altijd hulp van buiten die groep, vrienden, familie, vrijwilligers, maar die kern zorgt ervoor dat een stabiele basis ontstaat. Dit schept vertrouwen bij overheden zoals gemeentes. Ook zij zijn opzoek naar doorzetters, mensen die ze het vertrouwen kunnen geven om dingen in de praktijk waar te maken.”